2433 words Powered by word counter

Let op: deze blog schreef ik in februari 2025, in een fase waarin ik oefende in het vinden van mijn stem en het delen van mijn overtuigingen. De toon is soms rauw — en dat past bij de intensiteit van die fase. Mijn stijl is inmiddels verder gegroeid: zachter, zonder het rauwe randje te verliezen. Voor veel trouwe lezers is dat herkenbaar: deze blog groeide met mij mee. Of misschien groeide jij wel met mij mee. Dankjewel daarvoor.

Deze week stond er eigenlijk weer een boekenblog op de planning. Ik kwam er achter dat ik het moeilijk vind om te schrijven over wat ik heb geleerd van een boek van 80 bladzijden. Waarvan er zo’n 20 uit heel mooie afbeeldingen bestaan. Dat is niet erg, het laat me zien dat ik weer wat te leren heb. Dit boek komt dan misschien wel ergens later in het jaar aan bod.

Om wel een blog te kunnen schrijven, heb ik ervoor gekozen om de geloofsvragen die ik van Bijbelschool bij elke les krijg hier te beantwoorden. Begin deze maand heb ik uit 1 & 2 Thessalonicenzen gelezen en geleerd. Ik heb op deze blog meer ruimte om deze te beantwoorden dan die ik vaak onder de lessen van school. 1 & 2 Thessalonicenzen vond ik ergens confronterend, op deze manier over te leren. Ik begrijp nu wel beter waarom sommige andere christenen die ik ken neerkijken op het feit dat ik niet werk. Helaas deden ze dit ook toen ik bijvoorbeeld vrijwilligerswerk deed, zelfs dat ik deed voor de kerk. Wat ik verder ook heb geleerd en begrijp, is dat 1 & 2 Thessalonicenzen verkeerd gelezen of geïnterpreteerd worden door deze mensen.

Wat verder helemaal oké is. Het is nu eenmaal wat ze geloven en vorige week schreef ik o.a. daar nog over. Waarschijnlijk denken ze daarmee te kunnen bewerkstelligen dat iemand spontaan in staat is te werken. Omdat ze wel zouden kunnen, maar niet zouden willen. Wat belangrijker is dat ik weer een stukje minderwaardigheidsgevoelens heb kunnen loslaten. Bijzonder hoe ‘de zwakkere’ vooral alleen gezien worden buiten de gemeente en hun situatie geaccepteerd wordt uit barmhartigheid. Alsof het de gemeente van Christus aantast wanneer er erkend wordt dat het lichaam van Christus niet perfect is. Je kan je afvragen waar de diaconie in zijn geheel voor is.

Ze moesten eens weten wat we allemaal wél kunnen en waar we de ruimte niet voor krijgen.

Geloofsvragen

1 Thessalonicenzen komt met 7 geloofsvragen en 2 Thessalonicenzen komt met 6 geloofsvragen, ik ga ze één voor één beantwoorden. Vaak houd ik ze voor mezelf, door de beperkte ruimte die ik heb om te reageren op de lessen. Als het bevalt ze op deze blog te beantwoorden, dan zal ik dat waarschijnlijk vaker gaan doen.

1 Thessalonicenzen

De zeven geloofsvragen van 1 Thessalonicenzen aan de hand van de lessen. Bij elke vraag zal ik een korte uitleg geven voor context.

1 Thessalonicenzen 1:1-10

In Hoofdstuk 1 dankt Paulus God onophoudelijk voor de Thessalonicenzen. De aspecten waar hij voor dankt zijn: hun geloof dat zoveel teweeg brengt. Hun krachtige liefde en hun standvastige hoop op de komst van Christus.

• Welke van de drie aspecten waarvoor Paulus dankt, zie jij graag verder ontwikkeld in jouw eigen leven?
  • Zelf zou ik mijn liefde verder willen ontwikkelen in mijn leven. Met mijn autisme is het vaak lastig liefde op een manier te uiten, dat het voor een ander ook zo ervaren wordt. Soms vind ik het moeilijk om liefde te voelen voor mijn vijanden en duurt het even voor ik compassie kan voelen, omdat ik eerst alles moet verwerken en het even duurt voor ik het complete plaatje heb.

1 Thessalonicenzen 2:1-16

Paulus wilde een goed voorbeeld zijn voor de Thessalonicenzen, zodat ze zijn voorbeeld zouden volgen. Ook spraken anderen wantrouwend over hem.

• Paulus’ houding was eerlijk en liefdevol. Door hem hebben de Tessalonicenzen van Jezus gehoord, maar ook gezien wat een christen motiveert. Wie is voor jouw geloof in Jezus belangrijk (geweest)?
  • Mijn oude autisme coach M., zij leerde mij zien dat niet elke hulpverlener alleen voor de baas of status werkt en niet alleen het standaardpakket aan methodes kent. Ze leerde me opnieuw te vertrouwen (in werkelijk alles) nadat een situatie vlak voordat zij kwam, ervoor gezorgd had dat ik die een korte periode kwijt was. Ik leerde zien hoe gemotiveerd ze is door Jezus en dit gaf me het vertrouwen Jezus nog beter te leren kennen en dat ik misschien toch wel naar Bijbelschool kon. Ook leerde zij mij begrip te hebben voor situaties die onbegrijpelijk zijn en dat is denk ik nog wel het belangrijkste voor mijn eigen geloof.

1 Thessalonicenzen 2:17-3:5

3 opdat niemand in verwarring gebracht zou worden in deze verdrukkingen. Want u weet zelf dat wij hiertoe bestemd zijn. 4 Toen wij bij u waren, zeiden wij u immers van tevoren dat wij verdrukt zouden worden, zoals ook gebeurd is – en u weet het.

• Paulus heeft tegen de Tessalonicenzen gezegd dat hem tegenspoed te wachten stond (vs 4). Die tegenspoed ondervinden zij ook zelf (vs 3). Hoe zou jij reageren als jou gezegd werd dat je als christen tegenspoed te wachten staat?
  • Deze vraag kan ik met twee antwoorden beantwoorden. Ik heb veel tegenspoed gekend waar ik niet direct voor gewaarschuwd werd, het overkwam me. Ik geloof dat alles met een reden gebeurt, maar had toen niet het vertrouwen dat God er ook voor mij was. Hoeveel angst ik ook kon hebben, die hoop en het vertrouwen dat alles met een reden gebeurd, zorgde er wel voor dat ik door bleef gaan. Nu weet ik dat God er ook voor mij is, ook toen was Hij er voor mij. Het was alleen niet op een manier die ik in mijn hoofd had.
  • Als iemand me nu zou vertellen dat me tegenspoed te wachten staat, dan zou ik dat én geloven én het met vertrouwen in God aangaan. Hoewel we vreugde in het geloof mogen ervaren, heeft Jezus nooit beloofd dat het makkelijk zou zijn om Hem te volgen.

1 Thessalonicenzen 3:6-13

In de dankgebeden staan onder andere drie punten die Paulus met de Thessalonicenzen wil bespreken in de rest van de brief: een heilig leven, onderlinge liefde, de komst van Jezus

• Welke principes en richtlijnen uit Paulus’ woorden en zorg spreken je aan en zou je mee willen nemen als je vandaag de dag jonge christenen kent of begeleidt? Of welke principes en richtlijnen spreken je aan vanuit de tijd dat je zelf nog niet zo lang (bewust) christen was? 
  • Alle drie. Toen ik Jezus nog niet kende en niet leerde kennen zoals ik Hem nu ken en verder mag leren kennen, werd ik vaak op het verkeerde spoor gezet door anderen die liever niet hadden dat ik Jezus leerde kennen. Geen van allen liet deze drie aspecten zien, wanneer je ze wat beter leerde kennen. Ik had het graag eerder geleerd, maar kan nu vreugde halen uit het feit dat ik Jezus mag kennen en Hij er ook voor mij is. Nu kan ik deze 3 principes blijven meenemen in mijn wandel.

1 Thessalonicenzen 4:1-12

Paulus roept ons op om heilig en liefdevol te leven. We moeten laten zien dat we eervol leven en niet uit eigen keus financieel afhankelijk zijn van anderen.

• Hoe ervaar jij de redenen die Paulus geeft voor zijn oproep tot een heilig en liefdevol leven? 
  • Paulus vraagt ons te doen wat God wilt dat we doen. Ik ervaar de redenen van Paulus als logisch en trouw aan God. We moeten laten zien dat we met God samen leven. Zodat zij die God nog niet kennen, Hem leren kennen.

1 Thessalonicenzen 4:13-5:11

Deze vraag heeft misschien geen uitleg nodig. Paulus legt uit dat de dag van de Heer er aankomt, om hen te troosten. Ze moeten hoop blijven houden op de (terug)komst van Jezus en elkaar die hoop blijvend geven.

• Paulus schrijft over de dag van de Heer om zijn lezers te troosten. Ook raadt hij hen aan om elkaar met deze woorden te troosten. In hoeverre  troosten zijn woorden jou? Of heb jij weleens iemand met deze woorden getroost? 
  • Ik vind de woorden van Paulus altijd troostend omdat ik vergelijkbare dingen meemaak als hij. Het herinnert me eraan dat het voor een goede zaak is. Dat Jezus terugkomt helpt ook vol te houden.
  • De meeste mensen die ik tegenkom zijn bang voor God of boos op Hem. Deze woorden zijn allesbehalve troostend voor hen, maar ik probeer het wel.

1 Thessalonicenzen 5:12-28

De aanwijzingen van Paulus: 1. erkenning, liefde en respect voor de leiders van de gemeenschap. 2. zorg voor christenen die aanmoediging of bemoediging nodig hebben. 3. in de samenkomsten de houding hebben die God verlangt. 4. een goede omgang met profetie.

• Welke van de aanwijzingen die Paulus geeft, spreken je het meest aan voor de groep christenen waar jij deel van uitmaakt? 
  • 3. In de samenkomsten de houding hebben die God verlangt. Dit mis ik vaak als het gaat om bepaalde moeilijkheden die ikzelf en andere gemeenteleden ervaren binnen de gemeente. Ik geloof dat we daarin als gemeente nog veel te leren hebben.

2 Thessalonicenzen

2 Thessalonicenzen 1:1-12

Paulus legt uit over het oordeel van God. Dat de mensen die God niet willen kennen, God bij het oordeel ook niets met hen te maken wil hebben.

• Hoe komen deze woorden van oordeel en straf op jou over? Hoe zouden deze woorden op je overkomen als je ernstig vervolgd of onderdrukt zou worden? 
  • Ze komen op mij logisch over. Als je zo je best doet om God te vermijden, af te wijzen en te ontkennen, waarom zou Hij dan nog wat voor je doen? Streng maar rechtvaardig. Je krijgt uiteindelijk precies wat je wilde. Ik geloof dat dit geldt voor de mensen die dit bewust doen, niet voor de mensen die Hem nooit hebben kunnen leren kennen.
  • Als iemand die op de onderlaag van de samenleving leeft, met meerdere beperkingen. Heb ik dagelijks te maken met vervolging en onderdrukking. Hoewel we het als maatschappij graag ontkennen zodat de status quo niet bedreigd wordt, gebeurt het wel degelijk hier in Nederland. Door zowel andere christenen als niet-christenen, maar van de eerste kan ik het wel eens kwalijk nemen. De woorden over het oordeel bieden mij troost en kracht in een vaak machteloze situatie. Wetende dat God uiteindelijk zegeviert en Zijn laatste oordeel geldt. Ik hoef mij niet druk te maken om de onderdrukkers.

2 Thessalonicenzen 2:1-17

De openbaring van de mens der wetteloosheid

1 En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2 dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. 3 Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, 4 de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. 5 Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was?

6 En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. 7 Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is. 8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; 9 hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, 10 en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. 11 En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, 12 opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid.

Opwekking tot standvastigheid

13 Maar wij moeten God altijd voor u danken, broeders, die geliefd bent door de Heere, dat God u van het begin verkoren heeft tot zaligheid, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. 14 Daartoe heeft Hij u geroepen door ons Evangelie om de heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus te verkrijgen. 15 Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief. 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade, 17 moge uw harten vertroosten en u in elk goed woord en werk versterken.

• Wat voor gevoelens roept deze passage bij jou op? Angst? Opluchting? Verwarring? Wat voor reactie zou Paulus willen hebben bewerkstelligen, denk je? 
  • Deze passage roept bij mij zowel opluchting als angst op. Opluchting omdat ik mag weten dat Jezus terugkomt en ik mij niet (meer) laat wankelen in het geloof. Zelfs niet op de momenten dat ik het lastig vind. Angst omdat ik niet weet hoe mijn autisme reageert op de grote verdrukking. Soms denk ik dat ik daarom nu kan oefenen met de dagelijkse onderdrukking, wat stap voor stap beter gaat.
  • Ik denk dat Paulus geruststelling en hoop wilde bewerkstelligen en een bepaalde angst om niet af te dwalen. Deze angst is niet slecht bedoeld en niet om te onderdrukken.

2 Thessalonicenzen 3:1-18

Groet en zegenbede

16 Moge de Heere van de vrede Zelf u voortdurend vrede geven op allerlei wijze. De Heere zij met u allen. 17 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Dit is een teken in iedere brief. Zo schrijf ik. 18 De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.

• Waarom denk je dat Paulus in zijn slotwoorden (vs 16-18) zo sterk de nadruk legt op ‘vrede’ en daarnaast ‘genade’ noemt?  Wat zegt jou dat over Gods wil? 
  • Omdat we ondanks alle moeilijkheden in vrede mogen leven en de genade van God mogen ontvangen.
  • Dat God wil dat we daar mee mogen leven en niet bang hoeven te zijn.

_{Alle vernoemde geloofsvragen in deze blog zijn eigendom van het Evangelisch College. Het is op geen enkele wijze mijn bedoeling copyright te schenden.}

Vraag van de week
Wat leer jij van deze geloofsvragen?