4311 words Powered by word counter
Let op: deze blog schreef ik in augustus 2024, in een fase waarin ik oefende in het vinden van mijn stem en het delen van mijn overtuigingen. De toon is soms rauw — en dat past bij de intensiteit van die fase. Mijn stijl is inmiddels verder gegroeid: zachter, zonder het rauwe randje te verliezen. Voor veel trouwe lezers is dat herkenbaar: deze blog groeide met mij mee. Of misschien groeide jij wel met mij mee. Dankjewel daarvoor.
Disclaimer: dit deel staat in verbinding met deel 2.
De tegenstrijdigheden van mijn autistisch leven dan. Want elke autist is, ondanks de herkenbaarheid, toch anders. Ik heb klassiek autisme. Ondanks dat het tegenwoordig allemaal onder één spectrum valt, benoem ik het soms nog specifiek. Afhankelijk van de situatie is dat namelijk niet altijd te zien en dan ligt overschatting op de loer. Meestal vertel ik gewoon dat ik autisme heb, wanneer de situatie daar naar is. Het is belangrijk dat je serieus genomen wordt en mensen kunnen zo ook rekening houden, mocht dat nodig zijn.
Wanneer mensen aan autisme denken, denken ze doorgaans aan een van de stereotypen. Waaronder non-verbaal met een verstandelijke beperking. Niet iedereen met autisme is non-verbaal en niet iedereen met autisme heeft een verstandelijke beperking. Zo is ook niet iedereen met autisme en een verstandelijke beperking, non-verbaal. Waar weinig aan gedacht wordt en waar ook weinig kennis over lijkt te zijn, is hyper-verbaal autisme. En nee, dit heeft niets met graag heel veel praten te maken... Dit is alweer deel 3 van deze serie, hier kun je deel 1 en deel 2 lezen.
De hele dag praat ik met en tegen God. Het is vaker tegen dan met, maar Hij is geduldig en Hij weet dat ik dat nodig heb. Dit komt doordat ik het nodig heb verbaal mijn gedachten te verwerken en te ordenen. Het lijkt een beetje op een compulsie, iets wat ik moet doen. Ik heb het nodig, het is voor mij de enige manier waarop ik alles verwerk en vervolgens tot een samenhangend geheel kan brengen.
Schrijven
Zo ook bij het verwoorden van mijn gedachten en emoties, positief en negatief. Schrijven valt hier ook onder. Dat valt bij het lezen van deze blogs niet op, omdat dit achter de schermen gebeurt. Wel kan het zijn dat het zo nu en dan een klein beetje opvalt tijdens het lezen. Veel zal het volgens mij niet zijn, omdat ik hier over de jaren al meer in geleerd heb. Er gaat dus een heel proces aan vooraf, voordat de blogs online komen. Gemiddeld duurt het toch een week voor dat een blogpost ‘af’ is. Ik vind het prima, het lukt en daar gaat het om. Hoeveel tijd ik daar voor nodig heb maakt niet uit.
Zou ik eerder een blog plaatsen, dan wordt het een onduidelijke, onleesbare en ogenschijnlijk onsamenhangende stroom van woorden. Waarbij er ook nog dingen in staan die ik niet of nog niet wil plaatsen, omdat ze onderdeel waren van het proces en niet van het ‘eindproduct’. De enige die daar iets van had kunnen maken, zou mijn oude autismecoach zijn. Kudos daarvoor, dat wel. Je moet het maar kunnen. Ik krijg vaak de tijd niet die ik nodig heb. Bijvoorbeeld brieven schrijven duurt lang, maar mijn beperking hierin is dan onzichtbaar. Terwijl bij een afspraak (welke dan ook) hier vaak geen tijd voor is, in deze snelle wereld en ik de kans niet krijg om deze kant van mij te laten zien.
Stille observeerder en hyper-verbaal
Veel mensen vinden het moeilijk om mij te lezen, iets wat je vaker hoort bij autisme. Dit zorgt ervoor bij mij voor dat mensen zich geïntimideerd voelen (weet ik nu). Waarom dit zo is weet ik niet precies, wanneer ik praat ben ik namelijk een open boek. Niet iedereen die mij moeilijk vindt om te lezen, is ook geïntimideerd. Dus het is erg persoonlijk en ligt niet direct aan mij. Per persoon is het ook verschillend hoe ze reageren wanneer zij zich geïntimideerd voelen, meestal uit zich dit toch in enige vorm van (verborgen) agressie midden op straat of ergens anders, eliminatie door geroddel, of me uit de weg gaan.
Omdat ik hier niet meer van op kijk en hier ook niet meer gevoelig voor ben, blijft die angst uiteindelijk toch bij henzelf. Ik zie het tegenwoordig ook aankomen, dus vaak kan ik gepast reageren. Dit vergde veel oefening, op veel verschillende manieren. Dit valt eigenlijk samen met waar ik in deel 2 over schreef.
Een té open boek
In het verleden was ik een te open boek, wat mij extra kwetsbaar maakte met mijn autisme. Veel mensen wisten of leerden dit en door mij te laten praten (hardop mijn gedachten ordenen en vooral doen alsof dit was om te helpen) was ik niet meer intimiderend. Alleen zo wisten ze ook precies wat er allemaal in mij omging en niet iedereen is daar even veilig mee. Ook konden ze zo ongemerkt dingen doen (ogenschijnlijk want ik kreeg het wel mee, al begreep ik het vaak niet). Het werd ook aangespoord dit bij anderen te doen. Wat niet alleen heel verkeerd overkwam bij veel anderen (aandacht vragen, gesprek willen domineren, slachtofferrol, ongepast ventileren, et cetera.), het maakte me nog kwetsbaarder. Want birds of a feather flock together (soort zoekt soort), dus als er een is zijn er meer. En nog maar niet te spreken over dat ik in het voor mij verkeerde gezelschap verkeerde en ik daardoor ook zo bekeken werd. Terwijl het gezelschap wel beter wist.
De Bijbel
De Bijbel waarschuwt hier volop mee en ik was mij er niet eens van bewust dat dit gebeurde. Ik was op veel momenten ook in mijn introverte moment en het is dan heel vervelend en extra vermoeiend. Ik vertrouwde te veel en was te goed van vertrouwen, iets dat heel bekend is bij mensen met autisme. Toen ik eerder dit jaar Spreuken en Predikers bestudeerde, werd me weer eens een spiegel voorgehouden. Ik vond het lastig, werd er tegelijkertijd opnieuw aan herinnerd dat het niet mijn schuld is en dat ik nu beter weet. Ik denk zelf dat dit soort dingen voor christenen met autisme nog wat lastiger zijn, omdat we toch een extra verantwoordelijkheid dragen. Hoe moeten we daar mee omgaan?
Zelf vind ik het in ieder geval wel lastig. Enerzijds leerde ik van anderen dat we ons voor God zo wat extreem moeten people pleasen en onszelf een burn-out moeten werken daar in (grenzeloze christelijke gastvrijheid en continue paraat staan [Romeinen 12], terwijl Paulus dit helemaal niet zegt. In september schrijf ik hier een blog over). Dit werd, ondanks mijn autisme, ook van mij verwacht. Anderzijds leert de Bijbel ons dat er heel veel mensen zijn, die we op de oppervlakte moeten houden en er niet mee om moeten gaan. Waarbij we ook niet moeten oordelen, of juist weer wel (1 Korinthe 5:9-13).
Waar ligt de grens?
Uiteindelijk heeft God dat eerste volgens mij nooit zo bedoeld natuurlijk en het laatste brengt ook meer nuance dan ik soms (meteen) begrijp. Maar waar ligt de grens? Grenzen zijn vaak lastig voor mensen met autisme. Ik was ondanks dat ik een heethoofd kon zijn, ook heel loyaal, tolerant en oordeelde vrij weinig (het was meer de sociale naïviteit). Waardoor mensen langer in mijn leven bleven, die anderen al tien keer aan de kant hadden gezet.
Ook hielp ik mensen terwijl ze het konden laten lijken alsof ze mij hielpen. Of hadden ze zelf de situatie veroorzaakt en mocht een ander die oplossen. En dit alles is waarschijnlijk ook o.a. precies waarom ze bleven. Dit zegt natuurlijk wel iets over mij, het moet alleen niet ten koste gaan van mij. God wil dat ook helemaal niet, anders moeten we niet zo op onszelf passen. Dit betekent niet dat deze mensen geen mensen om hun heen verdienen, iedereen verdient dat (en ze verdienen ook vergeving). Het moet alleen niet ten koste gaan van anderen.
Dat Jezus met zondaren omging en ook ons heeft vergeven, is mijns inziens een vaak misbruikt argument hierin. Iemand vergeven betekent niet dat je diegene (langer) moet toestaan schade aan te richten. Dit geldt overal. Soms moeten ze zelf hun weg (terug) vinden en kun je niets anders dan liefdevol loslaten. Jezus vergaf anderen, hield van anderen (en doet dat nog steeds), maar…
Jezus stond niet alles toe
Hij sprak de apostelen aan die bij Hem waren, dat ze in slaap gevallen waren terwijl hij hen vroeg wakker te blijven. Ook al voelde Hij in Zijn eigen verdriet ook voor ze, dat ze vermoeid van verdriet waren (Matteüs 26:40-46, Markus 14:37-42, Lukas 22:43-46). Hij wees de Farizeeërs herhaaldelijk terecht op hun hypocriete gedrag en werd zelfs uit hartstocht (rechtvaardig) woest op ze (Matteüs 21:10-13, Markus 11:15-18, Johannes 2: 13-22), omdat het huis van Zijn Vader op het spel stond. Hij liep weg (niet vluchtte) van de mensen uit Nazarene, die hem van de berg af wilden gooien (Lukas 4:28-30). Nergens staat hij het gedrag (langdurig) herhaaldelijk toe. Jezus had gezonde grenzen.
Autismecoach en loslaten
Samen met mijn autismecoach heb ik er aan gewerkt om minder te vertellen en hebben we aan mijn grenzen gewerkt. Zowel die van mijzelf als die van de ander. Er zit dus meer balans in en het is nu meer op een gezonde manier. Ook het hyper-verbaal zijn heeft grenzen in bij wie dit gebeurd. Natuurlijk blijft het altijd inschatten wie je wat kan vertellen en vertel je soms iets aan iemand die daar toch niet zo geschikt voor bleek te zijn. Het helpt mij om te bedenken dat dit ook gebeurd bij mensen zonder autisme.
Niet alles ligt aan ‘het autisme’, wat wel vaak beweert wordt. Daarnaast weet ik nu gauw genoeg waar ik mee te maken heb, wanneer iemand boos wordt of gekwetst raakt omdat je niets wilt delen met iemand die je net kent, of leert dat die persoon er onbetrouwbaar mee blijkt te zijn. Indringende vragen zijn op zo’n moment ongepast, of ze de sociale regels nu kennen of niet.
Tenzij de mensen die ik in het dagelijks leven spreek dit blog lezen, zullen zij dus niet allemaal evenveel van mij weten. Tegelijkertijd is het belangrijk om op dit blog meer te vertellen dan ik nu nog in het dagelijks leven zou doen. Ik vind het complex, maar God helpt mij hier mee. Het voelt alsof ik wat ik geleerd heb met mijn autismecoach moet loslaten, om weer te doen wat ik eerst deed. Dit is natuurlijk niet zo, maar ik stel mezelf wel weer kwetsbaarder op, op dit blog. Ik praat daarom veel met God hierover, dat ik dat lastig vind. Want waarom vraagt hij iets van mij, waar anderen zo duidelijk mee aan de haal zijn gegaan en de Bijbel zegt hier voorzichtig mee te zijn? Zeker in mijn situatie. Zie onder andere Prediker 10:12-14 en Spreuken 4:23.
Verschillende motieven
Verschillende motieven is het antwoord. God heeft er een positief doel mee: christenen zoals mijzelf herkenning bieden, waarvan er ook zijn die er waarschijnlijk nooit over spreken of het gevoel hebben dat dit niet kan. Er heerst veel onbegrip. Autisme is al moeilijk te begrijpen voor de maatschappij, maar autisme en christen zijn? Dat is een heel ander verhaal. Mijn autismecoach had er ook een positief doel mee: mij leren kennen en begrijpen, zodat ze er mee aan de slag kon. Zo ook tijdens en tussen de afspraken door.
Stille observeerder
In een introverte bui kan ik heel stil zijn aan de buiten kant. Ik neem stilletjes alles in mij op en er vallen mij dingen op die anderen niet opvallen (dit is anders ook wel). En vaak vallen mij dingen op waarvan anderen denken dat die niet opvallen. Oog voor detail dus. Misschien dat dit de reden is dat sommige mensen het moeilijk vinden om mij te lezen. Soms heb ik het idee dat ze denken dat ik dwars door ze heen kan kijken. Dat is niet zo, vaak heb ik het niet eens meteen door en vroeger kon ik geen non-verbale communicatie lezen.
Vooral in gezelschap met meerdere mensen valt dit erg op. Ik kan al die gesprekken niet volgen wanneer ik er aan deelneem, dus automatisch word ik luisteraar en neem ik niet echt deel. De veel verschillende prikkels spelen ook een grote rol. Te veel mensen en ik krijg het allemaal niet meer verwerkt. Hierdoor vind ik een-op-een contacten fijner, maar dat heeft ook een keerzijde waar ik zo verder over vertel.
Ook op straat
Wanneer ik over straat loop, kan ik op anderen wat negatief overkomen. Sinds ik dit weet, probeer ik in ieder geval altijd een subtiele glimlach op mijn gezicht te hebben. Dit komt wat minder intimiderend over, zo heb ik geleerd. Niet iedereen heeft hier overigens last van. Wanneer ik wandel, wandel ik altijd met een doel in zicht en dit wordt vaak gemerkt. Stevige passen en een pas alsof ik weet waar ik heen ga, geen oog voor andere zaken (die ik wel heb). De snelheid verschilt per dag, afhankelijk van mijn energie. Enkele mensen die ik vaak tegenkom in het park, weten dat een vriendelijk praatje mogelijk is. Dit zijn echter mensen die zelf ook vaak een duidelijk doel hebben: een (stevige) wandeling met de hond(en). Meestal zwaaien we naar elkaar en lopen we door.
Ik kan dit niet veranderen, nergens. Het gebeurt op veel plekken, niet alleen buiten. Dan zou ik mezelf dit keer bewust als speelbal laten dienen. Ik zou dit keer bewust God te kort doen en tegen Hem ingaan. Puur zodat angstige mensen minder angstig hoeven te zijn. Het ligt niet aan mij dat ze angstig zijn, dat is iets wat van binnen zit en waar zij zelf aan moeten werken (heb ik ook moeten doen). Al dan niet met God. Meer dan begrip en vriendelijkheid kan ik niet hebben (en daar ben ik de afgelopen tijd in gegroeid, want lang vond ik het vooral onrechtvaardig. Loop je over straat, wordt je ineens aangevallen). Vragen of God bij ze wilt zijn, is veder alles wat ik kan doen. Ik zelf kan hun angst niet wegnemen en ik hoef die ook niet (meer) op me te nemen door me angstig te laten maken. Ook dit heb ik moeten leren herkennen.
Angstig, verlegen of arrogant
Afhankelijk van het zelfbeeld, de daarbij horende projecties en het wereldbeeld van anderen (die de oordelen bepalen), ben ik op deze momenten volgens hen dus angstig, verlegen of arrogant/intimiderend (dit zijn andere momenten dan waarin ik een heethoofd kon zijn). Vroeger stak ik veel energie in dit proberen te veranderen, want geen van alle klopte en het is ook niet mijn bedoeling zo over te komen. Door alle prikkels van emoties, gedachten, communicatie en lage verwerkingssnelheid, kon ik wel overstuur raken waardoor dit uiteindelijk wel zo leek. Hun (on)bewuste projectie was gelukt. Dit zegt natuurlijk ook voor een deel wat over het zelfbeeld dat ik zelf had, want echt, een hoop verspilde tijd en energie. Het andere deel was mijn autisme die niet begreep dat oordelen en projecties vaak bepalend zijn en dat dit is wat er gebeurde en gebeurt. Inmiddels kan ik accepteren dat een ander zo over me denkt, het is niet anders. Ik leer nu hierdoor vooral veel over henzelf.
Ik heb geleerd dat met het proberen te veranderen, ik een ander ook het recht afneem te denken wat diegene wilt denken over mij. Zoals vaker aangegeven, speelt dit niet bij iedereen. Het speelt vaak bij (zeer) angstige mensen en ze doen dit niet alleen bij mij. Daarbovenop hebben die vaak een bijna intuïtief en onbewust vermogen, iedereen die anders is direct te herkennen. Daar wordt ook direct op geanticipeerd en gereageerd. Beetje zoals wat ik in deel 2 beschreef, over de rare snuiter zijn. Dus het gebeurt wel vaker wanneer je anders bent.
In de kerk
In sommige situaties kan je hier enigszins wat aan doen, de rest ligt uiteindelijk alsnog bij de ander. Zo besloot ik met de dominee van mijn nieuwe gemeente, om een beetje uit te leggen waarom ik doe zoals ik doe tijdens de dienst en dat dit geen verlegenheid of afstandelijkheid is. Een ieder is welkom om even een kort praatje te houden voor de dienst (na de dienst ben ik te overprikkeld) en enkele doen dit ook. Vanwege alle prikkels en gebrek aan overzicht, zit ik wat apart en zal ik niet snel een praatje uit mezelf maken. Nu valt het op dit moment wel mee omdat ik achterin zit, meteen bij de deur. Degene naast me laat ook graag een stoel er tussen, maar ik zit altijd op het uiteinde. Dit was eerst even zoeken en natuurlijk kan het een keer voorkomen dat iemand anders er al zit.
Ik lees een boek voor de dienst, omdat ik vanwege de bus al een halfuur van tevoren aanwezig ben. Op deze manier kan ik de prikkels die er al zijn, wat reguleren en van me afsluiten. Ik blijf wel alles om me heen horen en ben zo dus ook een stille observeerder. Natuurlijk groet ik wel de mensen die ik al tegenkom op weg naar ‘mijn plekje’, zoveel mensen zijn er dan nog niet. Na de dienst ga ik ook weer meteen naar huis en aan veel activiteiten kan ik niet mee doen.
Oordelen
Als ik niet verteld had waarom dit zo is, was dit toch heel anders overgekomen dan dat het werkelijk is. Oordelen is menseigen, een kerkelijke gemeente is daar niet vrij van. Nu zijn ze alleen maar blij dat ik voor mezelf toch een manier heb gevonden om de dienst bij te wonen.
In mijn vorige gemeente zat ik juist weer meer vooraan, niet helemaal op het eind van de rij omdat de rest vaak leeg bleef. Dit komt omdat daar de uitgang vooraan was. In dit soort situaties heb ik het nodig dicht bij een uitgang te zijn, of op zijn minst te weten waar die is en makkelijk te bereiken is. Bij een acute aanval van overprikkeling, of een teveel stijgende overprikkeling, moet ik gewoon even naar buiten. Het idee alleen al dat dit kan, helpt bij het reguleren.
Ik begrijp dat dit niet voor iedereen met autisme is weggelegd. Voor sommige is het zo overweldigend dat ze helemaal niet fysiek aanwezig kunnen zijn bij een kerkdienst. Anderen zullen misschien met (veel) onbegrip te maken hebben, wat het lastig maakt. Dit kan voor nog meer prikkels zorgen. Zo hebben we allemaal een reden waarom we wel of niet fysiek naar de kerkdienst gaan.
Hyper-verbaal
Voor mijn gevoel zijn mijn blogs nog steeds te lang, ondanks dat ik veel van wat ik verwerk tijdens het ordenen, niet opschrijf of juist weer weghaal. Te veel informatie, te veel details, te langdradig, te vaak het ‘spoor’ verlaten en een ‘zijspoor’ nemen. ‘Oversharing’ was mijn tweede naam en vaak ging dat in de herhaling. Iets met oude koeien (vroeger begreep ik dit gezegde niet. En zij begrepen mijn verwerking niet) en tegelijkertijd “Ja, heb je al verteld”. Niet zelden met een toon van enige vorm van irritatie, weet ik nu.
Misschien valt het in mijn blogs reuze mee, een blog bestaat om gelezen te worden. Mensen die veel en al langer inhoudelijk schrijven, herkennen het misschien wel. Ook dat het (veel) tijd kost, in die zin is het niet zo heel anders. Daarvoor is het in bepaalde mate natuurlijk ideaal. Het gevoel dat het nog steeds zo overkomt, is er wel. Een onzekerheid dat ik al meedraag sinds ik kan praten en waar ik de afgelopen 3 jaar pas meer grip op heb gekregen, door er meer over te begrijpen. Dit betrof vroeger voornamelijk het spreken, later kwam hier enige tijd ook bijvoorbeeld Whatsapp/iMessage bij. Door het schrijven merk ik dat die onzekerheid er nog zit, een mooie manier om aan te werken dus.
Tegenstrijdig
Dit is een tegenstrijdigheid met wat sommige mensen beweerden, dat ik helemaal niet sprak of niet veel sprak. Ze wilden ook niet horen dat ik juist altijd te veel zou praten en ik probeer dat niet te doen. Mensen met autisme zijn niet de enige die koppig kunnen zijn ;).
Dit zorgde er vervolgens, door de verwarring, voor dat ik nog meer ging praten en ‘oversharen’. Om vervolgens daar weer nog meer negatieve reacties op te krijgen. Dit zorgde bij mij ook nog voor nog meer overbelasting en vermoeidheid, want zo bleef ik verwerken wat ik al verwerkt had. Met mijn hyperactiviteit en verkeerde medicatie erbij, zie ik nu hoe intens dit is overgekomen op sommige mensen en hoe belachelijk op anderen. Gen-Z zou het ‘cringe’ noemen. En toen ik het eenmaal begreep, voelde dat ook zo.
Kwetsbaar
Nu komt de keerzijde die ik had beloofd. Waar het veel mensen afstootte, waren er ook mensen die er van smulde. Ze ontdekte zo ieder kleine kwetsbaarheid en konden zich daarnaast beter over zichzelf voelen, gelukkig was ik de gek en niet zij (in gezelschap). Mensen die vonden dat ik moest ‘ventileren’ en me vervolgens lieten blijken dat ik te veel deelde en ik mij moest schamen. Zodra ik daarmee stopte gekwetst raakte en ik het verkeerd begrepen zou hebben, zodat ik er weer mee door ging. Om het cirkeltje weer opnieuw te beginnen. Anderen bleven meer en meer ‘uit mij trekken’ omdat ik te weinig zou praten en ik dus nog meer ging vertellen dan ik al deed (veelal een-op-een). Hyper-verbaal, hyperactief en sociaal naïef zijn, was dus heel fijn voor manipulatieve mensen en natuurlijk kreeg ik te horen dat dit allemaal niet zo was.
Ik begreep het verkeerd door mijn autisme, het is immers ik die een ‘communicatiestoornis’ heeft.
Ik weet dat ik niet de enige autist ben die dit te horen kreeg of krijgt.
Aan het begin schreef ik al over hyper-verbaal zijn bij autisme en wat dit inhoud. Natuurlijk komt het nog weleens voor. Bij een eerste contact net wat te veel over je gedachtegang vertellen, iemand rent meteen weg of gaat direct of indirect (achter mijn rug) in de aanval omdat ze onbedoeld en onbewust gespiegeld worden. Ik ken ze verder niet, dus waarom zou ik weten dat dit hun betreft? Ik weet nu wel dat ze meteen wat over zichzelf vertellen daardoor, zo kan het voor hen dus ook lijken dat het zo is.
Vervelende situaties
Hyper-verbaal en nog steeds enige mate ongefilterd zijn heeft nog steeds zijn nadelen. Zeker als ik met heel universele dingen mensen onbedoeld spiegel. Niet alles hoeft gezegd of benoemd te worden en ik zeg of benoem het dan juist weer wel. ‘Het waarom’ is ook zo iets. Waarom iets is, is niet altijd nodig om te benoemen. Ik denk dat dit komt omdat ik zelf vaak ‘het waarom’ nodig heb, dat ik er niet bij stil sta dat dit voor anderen niet zo is (vroeger was ik mij er niet bewust van).
Of dat ze dit wel weten, maar er liever niet mee geconfronteerd worden. In ieder geval niet door mij. Bijbels gezien heb ik hierin nog werk liggen. Ik heb hier ook voor een deel met mijn autismecoach aan gewerkt. Het gaat al veel beter, maar net als met alles heeft dit ook herhalend ‘herkennen, toepassen en uitvoeren’ nodig. Tot die tijd dat het goed in mijn systeem zit zal ik hiermee af en toe dus onbedoeld vervelende situaties creëren en weinig de kans krijgen dit goed te maken of recht te zetten.
Positieve kanten van een stille observeerder en hyper-verbaal zijn
Natuurlijk zijn er ook positieve kanten, stille observeerder gaat veel gepaard met onderschat worden wat voor mij soms grappige situaties oplevert. Ook merk ik het wanneer je stiekem denkt in je neus te zitten peuteren. Ik merk het wanneer mijn kat mij speels gaat ‘aanvallen’ en ik had na één keer door dat de dames naast mij in de kerk, gezellige 3 musketiers zijn.
Hyper-verbaal gaat gepaard met heel enthousiast kunnen vertellen over dingen die mijn interesse hebben, zoals de Bijbel, maar ook de Tweede Wereldoorlog. Voor zover er enthousiast over de Tweede Wereldoorlog gepraat kan worden, het is meer dat ik graag die informatie deel. Iets wat veel mensen met autisme wel herkennen. Deze blog inhoudelijk verwoorden en bijhouden, is ook positief. Want ik heb daar meer dan genoeg woorden voor.
Het fijnste vind ik wel dat ik net als toen ik klein was, weer veel tegen (en met) God praat, dat heb ik een lange tijd niet (goed) gekund, door wat ik in deze blog schrijf. Ik vind het fijn om met Hem mijn gedachten op een rijtje te zetten en alles te verwerken. Wanneer ik eens met iemand anders moet praten, doe ik dat natuurlijk ook. Er zijn mensen bij wie ik terecht kan. Als ik niet hyper verbaal was, had ik waarschijnlijk minder tegen God gepraat. Wat het niet minder maakt, alsof hyper verbaal tegen God praten beter is. Ik geloof wel dat Hij liever heeft dat ik naar Hem toe kom er mee, dan iemand die er mee aan de haal gaat. Of naar iemand die mij niet zo goed kent of iemand die er niets mee kan.
Volgende week
Omdat deze blog vanwege deze tegenstrijdigheid in stille observeerder en hyper verbaal zijn, anders nog langer wordt. Laat ik het deze week bij één tegenstrijdigheid. Het is tegelijkertijd ook het laatste wat mij als autist kwetsbaarder kan maken in sommige situaties. Deel 2 en deel 3 van deze serie staan dus eigenlijk met elkaar in verbinding en dat zal voor meer autisten zo zijn.
Volgende week, in deel 4, ga ik het hebben over de tegenstrijdigheid van talen leren en taalproblemen hebben (en iets met economie en cijfers hebben, maar niet met rekenen en wiskunde). Dan wordt het ook weer gemoedelijker.
Deel 4 is inmiddels hier te lezen.
Vraag van de week
Ik vond het niet gepast om bij deze blog de vraag te herhalen, of een andere te plaatsen.
Geef een reactie