Over mij

Sandra

Op Wandelend met God schrijf ik met een rauw randje over mijn persoonlijke ervaring met geloof en autisme. Hierin beschrijf ik regelmatig herkenbare uitdagingen en neem ik mee wat ik op Bijbelschool leer. (bijna) Elke week een nieuwe blog. Meer over mij te weten komen?

Jeremia 1:19 HSV
Zij zullen tegen u strijden, maar zij zullen niet tegen u op kunnen,
want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te redden.

I am – The Crowder

There’s no space where His love can’t reach
There’s no place where we can’t find peace
There’s no end to Amazing Grace

Take me in like an orphaned child
Take me in with Your arms spread wide
Never let go, never leave my side

Op dit moment lees ik: Raak de wonden aan

leestip: Is er een hemel voor autisten?

Boek: Is er een hemel voor autisten?
Boek van januari: Een warme band met God

2599 words Powered by word counter

Laat ik één ding vooropstellen en dat is, dat dit boek mij niet in de koude kleren is gaan zitten. Hoewel veel niet of niet meer van toepassing is, heeft het dingen opgehelderd waar ik eerst geen antwoord op had. Juist dat heeft mij ontzettend geraakt. Vaak zijn er dingen die je wel weet, of ergens wel weet. Soms is het zelfs dat je weet wanneer het begon. De vragen blijven altijd: hoe, wat en waarom? Deze vragen blijven aan mij hangen als een bungee koord, waardoor ik bij elke zoveel stappen, weer terugschiet naar waar ik begon.

Boeken die gaan over je persoonlijke relatie met God, helpen mij ontzettend om dat bungee koord door te snijden, of in ieder geval het bungee koord te verlengen, voordat ik weer dezelfde stappen zet. Soms heb je meer de tijd nodig om ergens van los te komen.

Als ik dit boek een aantal jaar geleden zou hebben gelezen, of een poging daartoe gewaagd had. Dan had ik waarschijnlijk heel hard bij God weggerend. Veel te eng en ik had toch altijd al een bepaalde angst voor Hem. Ik denk dat een boek zoals deze dan juist voor meer schade kan zorgen, dan dat het helpt te helen. Dat is misschien ook wel de reden dat ik ze lang uit de weg ging. Ik wilde mijn geloof in God behouden, hoe gezond of ongezond die ook was. Ik liet God bij veel dingen buiten, want dat was de enige manier voor mij om aan Hem vast te houden. Waarom ik dat deed wist ik niet en dat ik het deed, wist ik lange tijd ook niet.

Een warme band met God

Hoe anders is dat nu? Ik betrek Hem zoveel mogelijk bij alles wat ik doe. Natuurlijk zijn er dingen die ik lastig vind en ik hem daar bewust of onbewust nog buiten laat. Bewust, omdat ik dan even tijd nodig heb voordat ik een normaal (kwetsbaar) gesprek kan voeren. Onbewust, omdat er nog steeds dingen zijn die in de weg staan. Hoewel ik niet meer bang voor Hem ben in de zin dat ik sowieso in de hel terecht kom en Hij er voor iedereen is, behalve voor mij. Nu bestaat die angst uit ontzag voor Hem en dat ik graag dicht bij Hem wil blijven. Ik ben ook gaan begrijpen dat ik de giftige angst van anderen droeg, die ze diep van binnen nog steeds bleken te voelen.

Angst voor de hel

Ik heb de angst voor de hel overigens niet vanuit huis meegekregen, mijn vader wel. Hierdoor kreeg ik vaak antwoorden die me juist dat liet geloven, wat hij niet wilde dat ik ging geloven om mij te beschermen. Tegen mijn vaders eigen wensen voor mijn leven in, raakte ik dus alsnog met een deel van zijn geloofstrauma opgescheept. Het hielp ook niet dat de mensen om mij heen me vaak hetzelfde vertelde als mijn vader. Ook als ze aangeven dat zelf niet te geloven, waarom vertel je het mij dan als antwoord op mijn vraag?

Nu nog zijn er mensen (en die zullen er altijd zijn) die me willen laten twijfelen. Als we iets goed kunnen als christenen is elkaar verwijten dat we ‘verkeerd’ geloven. Maar zodra we over inclusie spreken, dan is elk verdiepend gesprek alsnog uit den boze. Je moet elkaar aanvaarden, zonder elkaar te leren begrijpen of open voor elkaar te staan. Mijn inziens zorgt dit nog steeds voor verdeling en zorgt dit er niet voordat we nader tot elkaar komen en de verbinding krijgen waarvan er zo geroepen wordt dat we dat willen en ook dat Jezus dit van ons vraagt. Nu is er niet alleen buiten de kerken, dat kerken verdeeld zijn. Ook binnen de kerken heerst er verdeling door.

De meeste houden krampachtig hun mond hier over. Ik kan vanuit mijn autisme moeilijk mijn mond houden, als het op dit soort dingen aan komt. Ook hier spelen hechtingsstijlen ten diepste een rol.

Net als Hosea

Is dit niet wat kerken juist lieten scheuren? En is dit ook niet wat veel de kerk hebben doen verlaten? Ik zie geen enkel verschil met ‘hoe het vroeger was’ en zie alleen oppervlakkige pogingen tot inclusie (dat betekent met minimale inspanning en vooral alleen in woord) met een sausje van toxic positivity. En dat is alles behalve positief. En als christelijke autist mag ik daar best wat van vinden en daar wat over zeggen. Dat wordt natuurlijk weinig goed ontvangen. Hoe Bijbels je het ook probeert te brengen. Ik weet niet of het komt door de ervaring met mijn vader of dat het komt door mijn autisme. Wellicht is het een combinatie van de twee. Naast alle andere prikkels, zijn de verwarring en de emoties die het oproept ook aanleiding tot overprikkeling.

En ik weet ook niet of het meer in (delen van) de Bijbelgordel voorkomt of daarbuiten, maar verwarrend en verdrietig vind ik het wel. Soms denk ik dat ik dat moet voelen, zodat ik weet hoe God zich voelt. Net als Hosea die van God moest trouwen met een overspelige vrouw. Zodat Hosea voelde wat God voelde door de ontrouw van Israël (Hosea 1). En nee, ik geloof niet dat God dit doet om mij dat zomaar zo te laten voelen. Alsof Hij niet wil dat ik me goed voel. Ik voel me vaak genoeg goed en tevreden. Waarom precies dan wel? Daar ben ik nog niet helemaal achter.

Geloof en hechting

Als (pre)tiener kwam mijn vader een aantal keer voor langere tijd in het ziekenhuis terecht, waarbij hij bijna zijn leven verloor. Dit was tussen mijn tiende en vijftiende levensjaar. Wanneer je in een huis woont waarbij je vader je enige veilige hechtingsfiguur is. Kan je niet terecht bij diegene waarbij je normaal gesproken terecht kan. Met mijn moeder was het heel anders, door dat we een geboortetrauma delen waar we beiden bijna aan stierven. Meisjes zijn sowieso vaker papa’s kindjes, maar bij mij was alles papa voor en papa na. En opa, ik moet opa niet vergeten. De ouders van mijn moeder waren ook een veilige haven die ik tussen mijn negende en elfde niet mocht zien, omdat mijn moeder ruzie kreeg met haar vader. Opa was bijna net zo belangrijk als mijn vader. Dat speelde ook een rol tussen mijn moeder en mij.

Omdat zij een slechte relatie met haar eigen vader had en ik een hele warme relatie had met zowel mijn eigen vader als haar vader. Was ze in plaats van blij en opgelucht dat de ervaring van haar kind anders is, jaloers. Hier speelde het geboortetrauma en ook dat ik niet het makkelijkste kind ter wereld was, ook wel mee. Mijn broer kreeg de juiste hulp met zijn beperkingen, terwijl die voor mij nergens te vinden was en het vaak zelfs erger maakte. Ze kon het later niet zo goed meer aan, omdat de mensen die haar hielpen met mij er niet waren. Dat haar ouders er niet waren, had ze natuurlijk zelf voor gekozen. Mijn vader (en opa en oma) liet(en) dit zelf gelukkig geen invloed hebben, wel werd ik mij er als tiener bewust van. Begrijpen deed ik echter nog niet.

Mijn vader overleed toen ik achttien was

Deze gebeurtenissen zorgde ervoor dat er een breuk ontstond in de hechtingen die ik had en die zijn nooit helemaal gerepareerd. Sterker nog, mijn vader overleed toen ik achttien jaar was (aan een bedrijfsongeval) en hierna werd die breuk samen met latere ervaringen alleen maar groter. Ik heb dit pas kunnen helen toen mijn autismecoach in beeld kwam.

God er tussen of vader er tussen?

In de periode dat ik tiener was en mijn vader in en uit het ziekenhuis was, wilde ik steeds meer van God weten. In de tijd dat dit speelde, werd mijn vader steeds minder toegankelijk als het over het onderwerp God ging. Ik kon met mijn vader niet over God praten en ik kon met mijn vader ook niet over mijn vader praten. Ik leerde hierdoor, dat ik niet met God kan praten. Niet met alles wat er speelde, maar ook niet over God zelf. Dingen die ik niet begreep, mensen die allemaal andere dingen vertelde. Mijn vader die er steeds meer last van kreeg, dat ik met al die vragen zat.

Onbewust leek het steeds meer dat God tussen mijn vader en mij in kwam te staan. Nu begrijp ik dat mijn vader tussen God en mij in kwam te staan. Hoewel mijn vader mij vrij liet toen ik opgroeide, kon hij op bepaalde momenten ook heel beschermend zijn naar mij toe. Ik denk dat dit komt doordat ik bij mijn geboorte bijna overleed en doordat hij nog steeds last had van zijn geloofstrauma.

Een geloofstrauma, die heel je niet door ‘gewone’ therapie. Zo zijn er ook bepaalde dingen die ik nu alleen met God kan helen en niet door opnieuw in therapie te gaan. Het wordt namelijk niet (genoeg) onderkent, er zijn geen diagnoses voor en je hebt er helemaal niets aan wanneer dit door de ‘gewone’ lens bekeken wordt. Hoewel ik thuis niet bewust van dit trauma heb meegekregen. Heb ik als tiener toch bepaalde dingen overgenomen en ben ik die onbewust gaan geloven. Iets waar mijn vader me juist voor probeerde te beschermen. Ik denk dat hij vooral heeft moeten leren, dat hij mij niet kon beschermen door tussen God en mij in te gaan staan.

Therapie kan nodig zijn

Dat ik ervoor kies om niet opnieuw in therapie te gaan, hoeft natuurlijk niet te betekenen dat dit voor een ander ook helpend is. Therapie kan nodig zijn en ik zou dat niet afraden, omdat God er is. Bij mij spelen verschillende dingen mee, waardoor ik ervoor kies om dit alleen met God te doen. Voor andere dingen heb ik hulp gehad van mijn autismecoach en dat heeft in korte tijd veel effect gehad. Daardoor was ik er klaar voor zonder begeleiding verder te gaan, toen zij stopte. Voor mij speelt mee dat ik al enorm tussen wal en schip val met mijn autisme en dat de dingen niet (genoeg) vanuit geloofsperspectief bekeken worden, ook niet door christelijke hulp.

Vaak hebben ze zelf een beschadiging die niet geheeld is, die in de sessies aangeraakt wordt. Dat is niet alleen niet helpend voor mij, maar ook niet voor hen. Ik merk dat God mij hier bij helpt en het lukt ook steeds beter om Zijn hulp te vragen hierin. Als je niet altijd weet waar iets vandaan komt, of waarom iets is. Dan kan het lastig zijn om daar ook bij God om hulp te vragen. Voor mij speelt natuurlijk ook nog al het bovenstaande mee en moet ik ook Zijn hulp leren vragen wanneer ik weet dat ik die nodig heb. Uiteindelijk vindt God wel manieren, zodat ik toch aan de praat raak met Hem over wat er speelt. Daar kan ik soms boos over worden, omdat ik graag zelf bepaal wanneer ik daar aan toe ben.

Het terug zien in mijn relatie met God

Wat ik daarin wel fijn vind en een teken dat de band met God al veel beter is. Is dat ik net zo boos kan worden als op mijn autismecoach, die ook wel vond wanneer ik ergens aan toe was. Dat ik dat terug zie in mijn relatie met God, zegt heel veel en het is heel veel goeds. Want vaak ben ik er wel al aan toe, alleen komt het er niet uit. Dat ik af en toe boos durf te zijn op God, laat zien dat ik hem vertrouw. Ik leerde namelijk rond mijn achtiende, dat ik niet boos mocht zijn op anderen (terwijl diezelfde mensen me bewust pijn deden en me bewust uitlokten boos te worden). Dat ik nu niet meer bang ben dat God mij ook zal straffen wanneer ik boos word op Hem, is een hele grote stap vooruit.

Met mijn autisme is het, hoewel het zoveel beter gaat en ik geen meltdowns meer krijg, onvermijdelijk dat ik nooit meer boos zou worden of een meltdown zal krijgen. Ik kan nu ook boos zijn zonder een meltdown te hebben. Daarnaast is boosheid ook een emotie die we allemaal hebben en is daar helemaal niets mis mee. Zolang we die goed weten te gebruiken en op een gezonde manier onder controle hebben.

Hij weet wat ik nodig heb

Hij weet wat ik nodig heb en wanneer ik daar aan toe ben. Zo ook met dit boek, die ik eigenlijk als laatste van mijn stapel wilde lezen. Hoe pijnlijk ook. Ik merk dat het dingen raakt die ik nodig heb om los te laten, voor alles wat er dit jaar mag gebeuren. Zo wilde ik als volgende boek(en) de boeken van Tomas Halik lezen, “Omdat God ernaar verlangde mens te zijn” en “Raak de wonden aan”. Ik bestelde ze allebei tweedehands bij dezelfde verkoper. Allebei omdat het dunne boeken zijn, de eerste heeft 80 bladzijden en de tweede heeft 180 bladzijden.

De verkoper (een winkel), heeft met drie medewerkers gezocht naar het boek “Raak de wonden aan”, die er absoluut zou moeten zijn. Het was echter onvindbaar. Mij verteld dit ergens dat ik er nog niet aan toe ben om dat boek te lezen. Dat terwijl “Een warme band met God” de eerste was die ik tweedehands vond en zelf dacht er nog niet aan toe te zijn. Misschien is “Raak de wonden aan”, juist wel het laatste boek dat ik moet lezen. Wie weet. “God zal je helpen” van Max Lucado wil ik voor mijn verjaardag kopen, mede omdat ik deze tweedehands nog niet kan vinden. Dus als God het wilt, dan koop ik die samen met het nieuwe boek van Judith Visser (een heel ander boek, haha).

Verder leren

In het boek “Een warme band met God” staan 18 boeken en 3 Youtube video’s op de literatuurlijst. Dat is een hoop! Ik wil er enkele boeken van lezen, maar welke weet ik nog niet. De video’s kan ik natuurlijk zo opzoeken en bekijken op een moment dat het goed voelt.

Studiedag

Bijbelschool (die onbewust ook veel doet met je band met God) heeft in februari een studiedag over hechting en geloof. Dit boek sluit daar dus mooi bij aan (of andersom, aangezien ik het boek als eerst gelezen heb). Een studiedag bijwonen is nog te veel en ik zal deze dan ook nadien online bekijken. Ik ben benieuwd wat school ons hierover leert en het is fijn dat alles zo samen lijkt te vallen. Ik weet ook niet of het me ooit weer zal lukken, want eerder ging het ook met moeite en veel problemen (andere dingen, zoals school, bedoel ik). De laatste tijd merk ik dat ik een acceptatie proces doormaak, waarbij ik accepteer dat bepaalde dingen echt niet (meer) lukken. Kies ik voor wat ik wil, of kies ik voor mijn gezondheid? En kies ik dan voor God, wanneer ik voor mijn gezondheid kies?

I was born to try

Een liedje dat al sinds mijn vijftiende belangrijk voor mij is, maar ik de laatste maanden pas echt goed ben gaan begrijpen is “Born to try” van Delta Goodrem. Het past ook wel een beetje bij de blog van vandaag. Niet mij de schuld geven als je ook moet huilen (of dat het je raakt zonder te huilen). De eerste keer dat ik hem op de radio hoorde, struikelde ik huilend bijna van de trap met mijn draagbare cd-speler. “Papa!!!” “Moet je luisteren!!!” Nu denk ik dat het onbewust ook wat over mijn vader zei en ik dat toen nog niet begreep. En nog raakt het liedje me.

Abonneer je op de nieuwsbrief
Je krijgt 1x per maand een e-mail met de nieuwste berichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *